Interviewserie
met wethouders
JOEP
DERKSEN
KAAG
EN BRAASSEM – De vier wethouders die sinds mei onze gemeente besturen, zitten
al weer enkele maanden op hun post en inmiddels zijn ze al aardig ingewerkt.
Het is dus de hoogste tijd om hen beter te leren kennen. In deel drie van deze
serie praten we met wethouder Floris Schoonderwoerd (PRO).
In 2008 werkte
Schoonderwoerd nog voor de landelijke StichtingTegenZinloosGeweld en hield hij
zich bezig met projecten als ‘pesten op school’ en ‘vermindering van
wapengebruik’. Anderhalve week voordat het nieuwe college zou aantreden, werd
hem gevraagd of hij wethouder wilde worden in de nieuwe gemeente Kaag en
Braassem. Hij was indertijd piepjong en vrijwel onevaren waar het gaat om het
gemeentelijk bestuurderschap. ‘De eerste paar maanden dacht ik; “Kan ik dit wel?”
Het kostte me zo’n anderhalf jaar voordat ik echt door had hoe de hazen
liepen’, vertelt Schoonderwoerd.
Inmiddels is het oude
college vertrokken en zijn veel van de toenmalige wethouders vervangen door
nieuwe personen. En plots is Schoonderwoerd niet meer het ‘broekkie’, maar het
meest ervaren collegelid van deze gemeente; de pater familias, als het ware.
Hij is zelfs loco-burgemeester en mocht de keten al een keer dragen bij de
inhuldiging van schaatster Margot Boer. Niet dat hij het dragen van zo’n burgemeestersketen
als iets bijzonders heeft ervaren, overigens. ‘Ik ga me niet op een andere
manier gedragen en blijf gewoon mezelf. Ik probeer onderdeel van de gemeenschap
te blijven, maar moet wel oppassen, dat ik door de drukte van mijn agenda niet
van die gemeenschap losgeweekt wordt. Daarom maak ik keuzes in afspraken.’
Hij beseft, dat zijn rol
als wethouder nu anders is. ‘In het vorige college kon ik me 1.000 procent
richten op alle zaken op het sociale domein, maar nu stel ik ook vragen over de
andere portefeuilles; ik voel me daar meer verantwoordelijk voor, omdat ik als
eerste vervanger van de burgemeester zoveel mogelijk van alles op de hoogte
moet zijn.’ Het locoburgemeesterschap zal Schoonderwoerd echter niet naar het
hoofd stijgen; daar zorgen zijn vrienden wel voor. ‘Mijn bijnaam is Lus, dus
noemen ze me wel eens gekscherend “Locolus”. Ik vind het heel fijn dat ik met
een aantal vrienden elke dag wel een keer bel of hen een berichtje stuur. Het
is belangrijk dat je een of twee mensen hebt, naast je gezin, die je steunen in
wat je doet.’
Zijn vriendenkring vraagt
zich wel eens af, waar Schoonderwoerd mee bezig is. Op de sociale media krijgt
hij van reaguurders continue kritiek te verduren. Het afgelopen jaar is ook
heel zwaar geweest voor hem: samen met anderen richtte Schoonderwoerd een
nieuwe partij op, een campagne moest worden opgezet voor de
gemeenteraadsverkiezingen én hij werd weer een trotse vader van een tweede
telg. En de slapeloze nachten die daar op volgen, gaan ook meetellen. Daarom komt
het zomerreces op een uitstekend moment; de komende vier weken heeft Schoonderwoerd niets anders in zijn
agenda gezet, dan ‘kwaliteitstijd met vrouw en kinderen.’ En na de
zomervakantie gaat hij er weer met verfrist gemoed tegenaan.
Schoonderwoerd concludeert:
‘Het wethouderschap is een beroep waar je echt aan
verslingerd kan raken. Ik wil wat doen voor de samenleving. Maar je moet
beseffen dat je onder een vergrootglas ligt. Hoe langer je daaronder ligt, hoe
meer je op je tellen moet passen. Ik ben wel verslingerd geraakt aan al die
inspirerende gesprekken met mensen; het is nog erger dan roken. Ik zal me
echter geregeld moeten afvragen of er nog voldoende draagvlak is in de gemeente, dat ik mijn werk kan blijven
doen. En zolang het antwoord hierop “Ja!” is, wil ik het wethouderschap ook
blijven doen.’
No comments:
Post a Comment