Honderd
dagen interview
JOEP
DERKSEN
OEGSTGEEST
– Het is inmiddels al weer honderd dagen dat het nieuwe college van
burgemeester en wethouders actief is voor de gemeente. Veel mensen kennen de
wethouders echter alleen maar van foto’s uit de krant. Om de vraag: ‘Wie is de
mens achter de wethouder?’ te beantwoorden, praten Jos Roeffen (LO), Wendelien
Tönjann (VVD) en Marien den Boer (CDA) over wie ze zijn en wat hen drijft. In
dit tweede deel vertelt Wendelien Tönjann (46) over haar ambities en de
uitdagingen die ze moest overwinnen.
Tönjann was een beetje een
prototype Wassenaarse tiener: ze hockeyde, tenniste en speelde de dwarsfluit.
Ze lachte veel, maar ging niet heftig stappen en de bloemetjes buiten zetten.
Dat veranderde toen ze ging studeren, herinnert Tönjann zich: ‘Als oudste was
ik strenger opgevoed en ik wilde mijn vleugels uitslaan.’ Oorspronkelijk wilde
ze arts worden en daarom ging ze (medisch) rechten studeren. Maar vanwege haar
geringe belangstelling voor de betavakken verschoof ze haar carriereambitie en
besloot ze om Rechten te studeren om advocaat te worden. ‘Dat leek me wel wat;
praten met mensen over wat hen drijft en vervolgens mijn zaak pleiten voor de
rechtbank.’ Na een half jaar stage wist ze; dit gaat ‘m niet worden, want de
meeste tijd moet een advocaat zich door allerlei papierstapels worstelen. Ze
ging tijdelijk in Schotland studeren aan de Universiteit in Glasgow; dankzij
haar ervaringen daar besloot ze om bedrijfsjurist te worden. Ze groeide uit tot
manager en hield zich tien jaar lang met sales en advisering bezig.
Daar kwam abrupt een eind
aan, toen binnen twee dagen het nieuws van een faillissement kwam en
tegelijkertijd haar zoontje met een hersenvliesontsteking werd opgenomen in het
ziekenhuis. ‘Ik ben een perfectionist en wil alles goed doen. Maar toen mijn
zoon ernstig ziek bleek, besefte ik dat het niet goed was, waar ik mee bezig
was. Ik besloot abrupt te stoppen met werken en er voor mijn kinderen te zijn.
Ik was helemaal klaar met dat commerciële en wilde maatschappelijk bezig zijn.
Ook het moment dat mijn man ernstig ziek bleek te zijn was een keerpunt in mijn
leven. Als het gaat om de gezondheid van je kinderen en je man, dan moet je er
samen voor vechten. Gelukkig zijn ze allebei weer gezond.’
Bijna iedere avond
‘bezondigt’ Tönjann zich aan Candy Crush; ze is al bij level 450. ‘Als ik ’s
avonds laat thuis kom, kan ik nooit direct slapen. Soms gaan we met de
raadsleden de kroeg in en soms ga ik nog even spelen onder het genot van een
glas wijn.’ Na al die jaren tennist ze nog steeds, al heeft ze haar
hockeywedstrijden in de overgangsklasse moeten opgeven voor haar
wethouderschap. ‘Ik kon niet beloven dat ik ook iedere woensdag kon trainen. De
kinderen zien mij bijna niet en als je dan ook nog die zondag weg bent, is dat niet goed. Als ouder
kies je voor je kinderen en moet je er voor hen zijn.’ Toch mist ze het hockey:
‘Ik houd wel van het competitieve.’
Als wethouder ziet ze de
politiek echter niet als een wedstrijd: ‘Je wilt samen met elkaar een doel
bereiken en dat op een goede manier doen.’ Een burgemeesterschap behoort
misschien tot de mogelijkheden, maar eerst wil Tönjann de komende vier jaar als
wethouder afronden. ‘Ik ben wel eens gepolst, maar ik wil het hier goed
achterlaten. want ik sluit niet uit dat ik landelijk actief wordt in de
politiek.’ Ze lacht: ‘En wie weet word ik wel journalist; het lijkt me heel
gaaf om zo’n programma te presenteren als Sonja Barend had. Ik zie wel wat er op mijn pad komt; ik
ga in ieder geval niet thuis zitten punniken.’
No comments:
Post a Comment