Wednesday 30 July 2014

Het is niet zo dat ik alleen in het diepe spring

Interviewserie met wethouders
JOEP DERKSEN
KAAG EN BRAASSEM – De vier wethouders die sinds mei onze gemeente besturen, zitten al weer enkele maanden op hun post en inmiddels zijn ze al aardig ingewerkt. Het is dus de hoogste tijd om hen te vragen naar hoe ze hun nieuwe positie ervaren. In het laatste deel van deze serie komt wethouder Harry van Schooten aan het woord: ‘Van zingen ontspan ik’.
Als wethouder moet je vanaf de allereerste dag alert zijn en grip houden op de zaken. Van Schooten besefte zich dat terdege. Hij vertelt: ‘Je komt niet alleen inwerken, maar hebt ook verantwoordelijkheden. Je moet zorgen dat je niet geleefd wordt. Wethouder zijn is heel vernieuwend en geeft ook heel veel inspiratie en energie.’ Heeft hij het gevoel dat hij als nieuwe wethouder, die zich bezig houdt met grensoverschrijdende onderwerpen, een achterstand heeft op meer ervaren wethouders in de regio? ‘Ik kan daar alleen maar van leren en bovendien kunnen de ambtenaren mij informatie geven over alle onderwerpen. Het is niet zo dat ik alleen in het diepe spring. Domme vragen kan je niet stellen alleen antwoorden kunnen dom zijn.’
Van Schooten voetbalde dagelijks op straat in de Rotterdamse wijk Overschie, was een actieve jongen en werd als kind streng katholiek opgevoed, met respect voor gezag. ‘Ik beschouw me nu niet meer als katholiek, maar wel als christelijk; ik geloof wel in een God, maar dat kan ook de natuur zijn.’ Twintig jaar geleden kwam de wethouder in Oude Wetering wonen en inmiddels geniet hij van zijn woning in Nieuwe Wetering. Nog altijd is hij lid van een zangvereniging en hij neemt de bariton voor zijn rekening. Van Schooten geniet van het zingen: ‘Na de eerste repetitie wist ik het al: “Dit is het!” Ik geniet van het zingen; je bent met je lichaam bezig, het ontspant je en maakt je geest vrij. Na een dag werken ga je vermoeid naar de repetitie toe en na twee uur zingen kom ik uitgerust weer thuis.’
Voor zijn nieuwe wethouderschap heeft Van Schooten ook opofferingen moeten maken. Het vrijwilligerswerk bij de Voedselbank in Leiden en bij een Afasiecentrum (waar hij mensen die door een hersenletsel die niet meer goed kunnen spreken begeleide in beter communiceren) heeft hij moeten opzeggen. De tijd hiervoor ontbreekt simpelweg. Na dertig jaar vrijwilligerswerk, vindt hij dit ‘jammer, maar noodzakelijk’. Het wethouderschap moet namelijk voor de volle 100% gedaan worden.
En waarom wilde Van Schooten dat wethouderschap? ‘In de jaren dat ik gemeenteraadslid was, werd ik geraakt door de inhoud van het politieke werk en als wethouder heb je heel sterk met die inhoud te maken. Ik vond het een heel inspirerende gedachte om hier mee aan de gang te gaan. Ik had niet het gevoel dat ik het beter kon dan mijn voorgangers, maar wel het gevoel dat het anders moest. Ik probeer  mensen in een vroegtijdig stadium te betrekken bij hun leefomgeving en wil de raad meer meenemen. Je bent verantwoordelijjk voor de toekomst van 25.000 mensen en het gaat over behoorlijk wat pegels. Geld is slechts één aspect; het gaat er ook, of juist, om dat je mensen respecteert. Iedereen die een gesprek aanvraagt, krijgt dat gesprek. Ook als ik niets kan doen; dan leg ik uit waarom iets niet mogelijk is.’

No comments:

Post a Comment