OEGSTGEEST
– Het opzetten van een eigen zaak gaat niet altijd over rozen. De ondernemer
loopt zelf altijd het risico, maar moet daarnaast ook strijden tegen vormen van
onbegrijpelijke bureaucratie. Iemand die hier veel ervaring mee heeft, is
Tanjim Brom-Wijnands van Restaurant Wine & Dine. Anderhalf jaar geleden
opende ze haar zaak, die inmiddels heel goed loopt. Maar ze denkt nog
regelmatig met rillingen terug aan de obstakels die ze moest overwinnen om haar
restaurant te mogen openen.
Om een restaurant te mogen
openen, moet de ondernemer een vergunning aanvragen en dat was ook precies wat
Brom deed. Vervolgens hoorde ze maandenlang niets van de gemeenteambtenaren,
ondanks herhaalde verzoeken. De voorbereidingen voor de opening van het
restaurant gingen echter gewoon door en waren op een gegeven moment bijna
afgerond. Maar op de dag dat Brom de vergunning zou krijgen, sloeg het noodlot
toe.
Ze herinnert zich: ‘Om
tien voor vier ’s middags kreeg ik een mailtje. De ambtenaren hadde
geconstateerd dat we gescheiden toiletten hadden voor mannen en vrouwen. Maar
dat we daar tussen in een plek hadden gecreëerd waar mannen en vrouwen hun
handen konden wassen. Dat mocht niet. Dat handen wassen moest ook apart
gebeuren en tot de tijd dat we dit geregeld hadden, zouden we geen
restaurantvergunning mogen krijgen.’ De ondernemer pakte dit probleem inventief
op: ‘Vervolgens heb ik in beide toiletten een fonteintje gemaakt. Niemand maakt
daar gebruik van, maar hierdoor kreeg ik wel de vergunning van de gemeente.’
Het restaurant met terras
ging open en de gasten genoten onder meer van de fijne zitbanken aan de zijkant
van het terras. Een ambtenaar kwam echter langs en constateerde dat die banken
hoger waren dan 60 centimeter en dus niet toegestaan waren. De ijverige
overheidsdienaar ging hierbij uit van een meting vanaf de straat en niet van de
banken zelf. Brom kon praten als Brugman, maar geen enkel argument hielp.
Uiteindelijk wist Brom ook deze ambtelijke problematiek op te lossen.
No comments:
Post a Comment