Pleidooi voor investeringen in ruimtevaartsector

JOEP DERKSEN

NOORDWIJK – Minister van Economische Zaken Henk Kamp (VVD) bracht woensdag 7 mei een bezoek aan ESA BIC Noordwijk. Ook Floor Vermeulen, nummer 1 op de VVD-lijst voor de Europese verkiezingen was aanwezig. Zij werden welkom geheten door Martijn Seijger, directeur ESA BIC Noordwijk BV. De tientallen aanwezige ondernemers werden geïnformeerd over het belang van de ruimtevaartindustrie en de manier waarop de politici hier naar kijken.

Vermeulen wees er op, dat het dankzij de Europese Unie is, dat de ESA in Noordwijk is gevestigd. ‘Zonder het EU-lidmaatschap zouden we nooit een ruimtevaartprogramma op hebben kunnen starten. Uit de EU stappen is dom om te doen, want het betekent een enorm economisch verlies en veel leegstaande gebouwen.’ Hij pleitte ook voor een andere manier van de besteding van de EU-subsidies. Die moeten meer gebaseerd worden op innovatie en niet op massaproductie. Ook zou er geen geld voor ontwikkeling meer moeten gaan naar ‘landen die zich al ontwikkeld hebben’. Op deze manier bespaart de EU 124 miljard euro, aldus Vermeulen.

Kamp hield een algemeen praatje over het belang van innovatie en de ruimtevaartindustrie. Hij weest er op dat de ESA ‘een broedplaats is voor jonge ondernemers, die zich bezighouden met wetenschappelijke, sociale en commerciële activiteiten’. Met de komst van ruimtevaartprogramma’s als de Galilea-satelieten en het Copernicus systeem krijgt Europa haar eigen GPS-systeem, waar bedrijven als TomTom gretig gebruik van zullen maken. Ook wordt de aarde in de gaten gehouden, waar het gaat om zaken als overstromingen, aardbevingen of de vraag of de zeespiegel stijgt. Kamp: ‘Het aantal ideeën voor de ruimtetechnologie is even onbeperkt als de ruimte zelf.’ Het was tijd voor de vragenronde en ondernemer Harm Botter vroeg zich af hoe hij een lening van 2 miljoen euro kon bemachtigen. ‘Dat bedrag is te veel voor kleine ondernemers, maar te weinig voor grote geldverstrekkers. De banken helpen het midden- en kleinbedrijf niet.’ Kamp informeerde hem, dat het ministerie van economische zaken nog altijd een potje heeft waar ondernemers gebruik van kunnen maken, als ze een nieuw en innovatief idee hebben. Hans van ’t Wout van Cerberus had een vergelijkbare vraag, al ging het hier om ‘slechts’ 300.000 euro. Kamp zegde toe: ‘Ik zal kijken wat ik voor u doen kan.’

Een aanwezige raketwetenschapper hield een pleidooi voor meer samenwerking tussen de ruimtevaartindustrie, universiteiten en bedrijven. Hij werd op zijn wenken bediend, want Leo van Putten van het Netherlands Space Office kon hem vertellen, dat de VU Amsterdam binnenkort geld krijgt om studenten op te leiden voor de ruimtevaarttechnologie. Robert Veldhuizen was kritisch richting Kamp: ‘U zegt dat Nederland 2 miljard euro steekt in innovatie en dat ruimtevaart belangrijk is. Maar waarom gaat minder dan 5% van de overheidsinvesteringen naar de ruimtevaart? De Nederlandse contributie aan ESA is marginaal. Engeland investeert extra en hierdoor verhuizen activiteiten van ESA naar dat land.’ Kamp weerlegde de kritiek: ‘U vindt de 60 miljoen euro die wij geven niet genoeg, maar sectoren die subsidie ontvangen vinden de hoogte van die subsidies nooit genoeg. We moeten als overheid voorzichtig zijn met onze uitgaven, want we geven nog altijd meer uit, dan er binnen komt. 60 miljoen euro is veel geld. We zullen doorgaan met investeren in Estec.’