Monday 16 June 2014

‘Ik ben gewoon Dennis’

JOEP DERKSEN
NOORDWIJK – Het nieuwe college van burgemeester en wethouders is vorige maand begonnen en daarom verschijnt in het Witte Weekblad een nieuwe serie waarin alle vijf de wethouders geïntroduceerd worden. Wie  zijn deze mensen die ons dorp de komende vier jaren besturen en wat drijft hen om het beste voor Noordwijk te willen doen? In deel één van deze reeks doet wethouder Dennis Salman (Lijst Salman Noordwijk) een boekje open.
Het kan raar lopen in de politiek; twee jaar geleden werd Salman verguisd  en uit de VVD gegooid; nu is zijn partij groter geworden dan diezelfde VVD en zit hij als wethouder in het college. Toeval of niet, maar hij zit nu ook in de mooiste – en grootste – wethouderskamer in het gemeentehuis. Dat zal  hem overigens worst wezen, want uiterlijke sier of andere poeha is aan Salman niet besteed. ‘Ik zal straks, na het inwerken, vooral veel buiten, onder de mensen zijn en mijn kamer staat open voor iedereen!’Hij deed de afgelopen jaren krachtige uitspraken, maar in wezen heeft Salman een duidelijke zachte kant.
‘Ik ben een gevoelsmens’, zo laat Salman (42) weten. ‘Met een stabiele gezinssituatie en een kindje onderweg kan ik nu helpen besturen om het dorp beter te maken; iets waar ik jaren voor gestreden heb.’ Salman is een rasechte Noordwijker (Binder) en zijn opa was Dirk Salman van de ijscokar. Veel mensen kennen hem als discjockey in het uitgaansleven, maar die activiteiten voor wat betreft De Grent heeft hij in verband met zijn wethouderschap definitief beëindigd. Salman laat een handgeschreven kaartje zien van een dame die hem feliciteert met zijn wethouderschap. ‘Zoiets grijpt me aan; ik vind dit soort uitingen heel waardevol.’ Hoe reageerde jouw familie op het nieuws dat je wethouder zou worden? ‘Mijn moeder was enorm blij en trots, maar ook een beetje bang dat de mensen lelijk over mij zouden spreken.
Hoe is het nu om wethouder te zijn? ‘Ik vind ‘wethouder’ een rotwoord. Ik heb een hekel aan mensen die zich door een functie verheven voelen boven een ander. Het woord ‘wethouder’ heeft een stempel van boven de mensen staan, maar ik wil juist tussen de mensen staan. Ik blijf mezelf de komende jaren en zal me niet anders gedragen. Als ik een driedelig pak ga dragen, zouden mensen me raar vinden. Als mensen me over vier jaar ’meneer Salman’ noemen, terwijl ik gewoon Dennis ben, met dezelfde idealen, dan heb ik het niet goed gedaan en ben ik  er één van de oude garde geworden.’
De bestuurscultuur moet veranderen, als het aan Salman ligt. ‘Je kunt dat helaas niet zomaar om gooien; dat vraagt een andere manier van denken en werken. Maar als college hebben we een mooie koers,d ie niet dichtgetimmerd is. Door onder meer mijn portefeuille Openbare Werken kom ik veel met de mensen in aanraking. Ik wil goede dingen voor de Noordwijkers doen en daarom gaan we de wijkavonden introduceren, zodat het college in de wijken kan horen wat er speelt.’
Als het aan Salman ligt, wordt ook de macht van het geld aan banden gelegd. ‘Tot nu toe telde je alleen echt mee als je geld had, maar iedereen verdient een gelijke behandeling in politieke besluitvormingen. Wij vragen de inwoners – ik heb een hekel aan het woord ‘burgers’ – wat zij zelf willen.’
Salman geeft een voorbeeld van de nieuwe manier waarop het college aantoont zich niet te willen onderscheiden van de inwoners. ‘We hebben nu vijf wethouders, die allemaal in het dorp wonen. Ik vind dat we geen recht hebben op een eigen parkeerplek bij het gemeentehuis. We kunnen toch met de fiets naar het werk komen? Die parkeerplekken moeten gereserveerd worden voor de inwoners die het gemeentehuis bezoeken.’ Ook de veel verguisde antitankwal (de stenen palen op het plein bij het gemeentehuis) hebben hun langste tijd gehad, als het aan Salman ligt. ‘Ik kom met een voorstel om die dit jaar nog aan te pakken.’
Salman stelt zich principieel op: ‘Ik ga deze vier jaar geen cent declareren. Ik neem elke dag mijn eigen brood mee; ook mijn benzinekosten en parkeerkosten betaal ik zelf. Als wethouder krijg je een salaris en een vaste ondkostenvergoeding. Dat is meer dan toereikend om je normale brood te kopen en in je auto te rijden.’ De sfeer tussen de wethouders en met de burgemeester is ‘uitstekend. Voor ons was de voorwaarde voor het samenwerken dat die sfeer collegiaal moest zijn. We willen niet als haantjes scoren, maar het met elkaar en voor elkaar doen. Ik merk bij de anderen dat zij er ook zo in staan.’

No comments:

Post a Comment